Het afgelopen weekend trok ik in mijn eentje het Kuinderbos in. Zonder boek, zonder telefoon, zonder eten, zonder horloge. Met alleen een Tarp, veel warme kleding en 6 liter water trok ik het bos in de Flevopolder in.
De afgelopen 2,5 jaar volg ik het Jaarprogramma van 365 dagen succesvol. Dit programma is gericht op persoonlijke ontwikkeling en helpt mij om dichterbij mezelf te komen, keuzes te maken die bij mij passen en het pad te volgen waar ik me goed bij voel.
Mijn eerste jaar was een jaar vol inzichten, wat heb ik dat jaar veel geleerd. Mijn tweede jaar was een verdiepers jaar. Ik ging een stapje dieper in mijn proces. Mijn derde jaar, ook wel het diamond jaar genoemd, bestaat uit elke maand een bijeenkomst waar je in kleine groepjes met jezelf aan de slag gaat op gebied van hart, ziel en geest. Nog meer in verbinding met je ware ik.
Vorig jaar werd het Kuinderbos als verdieper al aan mij aangeboden, maar ik was er blijkbaar niet klaar voor en gaf prioriteit aan andere afspraken. Dit jaar werd-ie weer aangeboden. Ik had er zo weinig zin in, dat ik besloot: hier heb je iets te doen. Je gaat het doen.
Zo geschiedde.
De hele dag krijgen wij alleen maar prikkels. Je telefoon, je laptop, er gebeurt buiten iets, mensen vragen je dingen, de tv staat aan, de radio klinkt, er wordt aangebeld, etc etc. Daarnaast ben ik een druk beestje: ik plan mijn agenda graag vol. Zeg op veel ja, ik vind alles leuk en ren van hot naar her: ik wil niets missen.
Hoe is het als er niets meer is? Wie blijft er van je over? Met die vraag ging ik het bos in.
Voor mij was de uitdaging: hoe ga ik ermee om als ik opeens niets te doen heb. Hoe overleef ik dit?
En dan zit je daar: met je thermokleding aan, skibroek, 3 vesten en onder een fleecedeken: twee paar sokken. In de regen. Onder je Tarp. “Wat een ellende”, heb ik een paar keer gedacht. Ook gehuild. Want ik vond mezelf echt heel zielig. “Zit ik hier. Ik lijk wel niet wijs.”
En weet je wat het mooie is? Het is nu eenmaal zo. Ja, klopt. Ik verveelde me. Ja, klopt het regende (het regende echt heel veel). Maar door hardop: “Ja, ik verveel me nu eenmaal en dat is ok”, te zeggen (ja, ik begon tegen mezelf te kletsen), accepteerde ik de situatie volledig. En was het ook ok om me even zo te voelen.
En dat moment ging voorbij.
Ik vond het heftig en de omstandigheden waren erbarmelijk. Maar ik heb het gedaan, en niet om te zeggen: kijk mij eens. Nee, het proces was zo voor mezelf. Ik deed het voor mezelf. Want zelfs zonder prikkels blijft er voldoende over. En laat eens wel wezen, hoe vaak zijn we nu zo veel in de natuur? Zo 1-op-1 alleen met de natuur. Tuurlijk, het regende en het was koud. Tuurlijk het was lekkerder geweest als de zon had geschenen. Maar dat was nu eenmaal niet zo. En het mooie is: die shitload aan regen kan ik nog aan ook.