Er is een dame die bij mij traint. Voor dit verhaal noem ik haar Anna. Anna heeft een goed betaalde fulltime baan, twee kinderen, een man en is 40 jaar oud. Anna kwam, net als meerdere dames die ik begeleid, naar mij toe met de wens: ik wil afvallen. De knop was om, er moest nu echt iets gebeuren.
Anna wil 10 kilo afvallen. Want, zegt ze, als ze 10 kilo afvalt dan … En dan volgt er een hele waslijst. Dan ben ik weer gelukkig met mezelf, dan ben ik tevreden, dan vinden anderen mij aardig, dan … etc etc.
Ze vertelt over een foto van vroeger. Daar was ik echt gelukkig, zegt ze. Maar het gekke is dat ik mijzelf toen ook al te dik vond. Terwijl als ik naar die foto kijk, denk ik: meid wat maakte je je druk. Ik zou nu een moord doen voor zo’n figuur.
Ik laat het gesprek even stilvallen.
Anna, vraag ik. Denk je dat je gelukkig bent als je die 10 kilo kwijt bent? Of vind je dan wel iets anders wat niet goed genoeg is? Of is die 10 kilo dan eigenlijk niet genoeg? Het hadden er ook 15 kunnen zijn? Is het ooit wel goed genoeg, vraag ik haar.
Anna krijgt tranen in haar ogen. Het is nooit goed genoeg zegt ze. Ik zou zo graag tevreden willen zijn, rust in mijn hoofd hebben en mezelf niet constant naar beneden halen.
Anna is niet de enige dame die bij mij traint waar uiteindelijk dit verhaal naar boven komt.
Waarom is het nooit goed genoeg?
Wat is dat toch? Waarom doen (sommige) vrouwen dit? Waarom luisteren we zo naar die interne criticus? De dictator waar het nooit goed genoeg voor is. Ik ontmoet de meest slimme vrouwen, allemaal gestudeerd met een dijk van een CV. Maar toch: het kan altijd beter. Het kan altijd meer. Het is nooit goed genoeg. Is dit iets wat we elkaar aan praten? Of speelt er meer dan dat?
Waarom zijn we zo hard voor onszelf? Wanneer is dat in de mode gekomen? Als ik kijk naar de vrouwen om mij heen, in mijn leven, zijn ze allemaal geweldig. En maken ze van elke dag het beste. Ze werken, zijn moeder, zijn echtgenoot, doen het huishouden, de boodschappen, zijn een vriendin, zorgen voor de ouders, ze houden alles draaiende. En toch: niet goed genoeg.
Waarom doen we dit? Willen we in die rol zitten? Of is het nu eens tijd om onze schouders eronder te steken en te zeggen: hier ben ik. En dan ben ik misschien een kilo te zwaar of zit mijn haar niet: so what? This is me. En dat is helemaal ok.
Ze hebben schijt aan de wereld.
Ken je van die mannen die met het warme weer met ontbloot bovenlijf gaan fietsen? Ik zeg dit met alle respect: maar dit zijn vaak mannen die net even een paar biertjes te veel op hebben. En toch doen ze het. Ze hebben schijt aan de wereld. Zij willen er zo bij lopen, dus dan doen ze dat. Kijk, mannen zijn geen vrouwen en vrouwen zijn geen mannen. Ik pleit er niet voor dat vrouwen met een ontbloot bovenlijf door de stad moeten lopen (soort feministische golf lijkt dit wel). Maar we mogen wel wat leren van de: schijt aan alles houding. Sta je mannetje, je mag er zijn!
Kijk niet alleen naar wat je niet hebt, wat er niet goed aan je is. Maar zie de schoonheid in jezelf. Wat je allemaal voor elkaar krijgt. Wat je op een dag allemaal doet. Als alle vrouwen dit nu zouden doen, dan geloof ik dat de wereld een stuk vriendelijker zal worden.
Anna en ik gaan eens per week samen naar buiten. Door middel van verschillende beweegsessies leer ik haar om met compassie met zichzelf om te gaan. Met liefde. Ik leer haar hoe het is om je lichaam als vriendin te zien, in plaats van vijand. En gaat het een keer een dag niet: dan gaat het niet. Dat is ook ok. Want elke les en elke dag is er 1.